De gewone mensen hebben niets te betekenen. De belangrijke mensen stellen niets voor. Als God hen beoordeelt, schieten ze allemaal tekort. In Gods weegschaal wegen ze nog minder dan een zucht.
Mensen stellen in Gods ogen zo weinig voor: armen zijn als een ademtocht en rijken vaak onwaarachtig. Als Hij hen weegt, gaat de weegschaal omhoog, zo gering is de mens vergeleken bij Hem.